10 En de zonen van I̱sraël bleven in Gi̱lgal gelegerd, en zij gingen het Pascha vieren op de veertiende dag van de maand,+ ’s avonds, in de woestijnvlakten van Je̱richo.
6 En slacht het paschaoffer+ en heiligt+U en treft voorbereidingen voor UW broeders om te handelen overeenkomstig het woord van Jehovah door bemiddeling van Mo̱zes.”+
20 Daar de priesters en de levieten zich als één groep hadden gereinigd,+ waren zij allen rein, en daarom slachtten zij het paschaoffer+ voor alle vroegere ballingen en voor hun broeders, de priesters, en voor zichzelf.