2 En zijn bijvrouw ging hoererij+ tegen hem bedrijven.* Ten slotte ging zij van hem weg naar het huis van haar vader te Be̱thlehem in Ju̱da en bleef daar vier volle maanden.
13 Intussen nam Da̱vid, nadat hij uit He̱bron gekomen was, ook nog meer bijvrouwen+ en vrouwen+ uit Jeru̱zalem; en er werden nu nog meer zonen en dochters aan Da̱vid geboren.