23 Toen gingen de zonen van I̱sraël op en weenden+ voor het aangezicht van Jehovah tot de avond en raadpleegden Jehovah met de woorden: „Zal ik opnieuw ten strijde naderen tegen de zonen van mijn broeder Be̱njamin?”+ Hierop zei Jehovah: „Trekt tegen hem op.”