9 Alleen hoed u en geef goed acht op uw ziel,+ dat gij de dingen die uw ogen hebben gezien, niet vergeet+ en dat ze al de dagen van uw leven niet uit uw hart wijken;+ en gij moet ze aan uw zonen en uw kleinzonen* bekendmaken,+
7 en gij moet ze uw zoon inscherpen+ en erover spreken wanneer gij in uw huis zit en wanneer gij op de weg gaat en wanneer gij neerligt+ en wanneer gij opstaat.