4 En zeven priesters dienen zeven ramshoorns voor de Ark uit te dragen, en op de zevende dag dient GIJ zevenmaal om de stad heen te trekken en de priesters dienen op de hoorns te blazen.+
18 Wanneer ik op de hoorn heb geblazen, ik en allen die bij mij zijn, dan moet ook GÍJ́ op de hoorns blazen, rondom het hele kamp,+ en GIJ moet zeggen: ’Van Jehovah+ en van Gi̱deon!’”