10 De geest+ van Jehovah kwam nu over hem, en hij werd de rechter over I̱sraël. Toen hij ten strijde uittrok, gaf Jehovah voorts Ku̱schan-Rischata̱ïm, de koning van Sy̱rië,* in zijn hand, zodat hij de overhand kreeg+ over Ku̱schan-Rischata̱ïm.
6 Bijgevolg antwoordde hij en zei tot mij: „Dit is het woord van Jehovah tot Zerubba̱bel, hetwelk luidt: ’„Niet door een krijgsmacht,*+ noch door kracht,*+ maar door mijn geest”,*+ heeft Jehovah der legerscharen gezegd.