17 ik u voorzeker zal zegenen en uw zaad voorzeker zal vermenigvuldigen als de sterren aan de hemel en als de zandkorrels die aan de zeeoever zijn;+ en uw zaad zal de poort* van zijn vijanden in bezit nemen.+
60 Zij nu zegenden Rebe̱kka en zeiden tot haar: „O gij, onze zuster, moogt gij duizenden maal tienduizend* worden, en uw zaad neme bezit van de poort* van hen die het* haten.”+