7 waarop zij het volgende tot de gehele vergadering der zonen van I̱sraël zeiden: „Het land dat wij zijn doorgetrokken om het te verspieden, is een zeer, zeer goed land.+
7 Want Jehovah, uw God, brengt u in een goed land,+ een land van met water gevulde stroomdalen, bronnen en waterdiepten,* die in de valleivlakte+ en in het bergland ontspringen,