7De mannen van Ki̱rjath-Jea̱rim+ kwamen dus en voerden de ark van Jehovah op en brachten haar in het huis van Abina̱dab+ op de heuvel,* en zijn zoon Elea̱zar was degene die zij heiligden om de ark van Jehovah te bewaken.
4 De ark+ van de [ware] God had Da̱vid echter uit Ki̱rjath-Jea̱rim+ opgevoerd naar de plaats die Da̱vid ervoor had bereid,+ want hij had een tent voor haar opgeslagen in Jeru̱zalem.+