3 En Da̱vid bleef bij A̱chis in Gath wonen, hij en zijn mannen, ieder met zijn huisgezin,+ Da̱vid met zijn twee vrouwen, Ahino̱am,+ de Jizreëlitische, en Abi̱gaïl,+ Na̱bals vrouw, de Karmelitische.
3En dit werden de zonen van Da̱vid+ die hem te He̱bron+ werden geboren: de eerstgeborene A̱mnon,+ van Ahino̱am,+ de Jizreëlitische,+ de tweede Da̱niël, van Abi̱gaïl,+ de Karmelitische,+