13 Intussen nam Da̱vid, nadat hij uit He̱bron gekomen was, ook nog meer bijvrouwen+ en vrouwen+ uit Jeru̱zalem; en er werden nu nog meer zonen en dochters aan Da̱vid geboren.
8 En ik was bereid u het huis van uw heer+ en de vrouwen van uw heer+ aan uw boezem te geven, en u het huis* van I̱sraël en van Ju̱da te geven.+ En indien het niet genoeg was, was ik bereid u er nog dergelijke zaken, zowel als andere zaken, bij te geven.+