10 Toen bracht Jehovah hen voor het aangezicht van I̱sraël in verwarring,+ waarop zij te Gi̱beon een grote slachting onder hen aanrichtten+ en hen daarna achtervolgden langs de weg die opklimt naar Beth-Ho̱ron en hen bleven slaan tot Aze̱ka+ en Makke̱da+ toe.