23 Ook wat mij betreft, het is ondenkbaar van mijn zijde dat ik tegen Jehovah zou zondigen door op te houden ten behoeve van U te bidden;+ en ik moet U in de goede+ en rechte weg onderrichten.+
16 Belijdt+ elkaar daarom openlijk UW zonden en bidt voor elkaar, opdat GIJ gezond gemaakt moogt worden.+ De smeking van een rechtvaardige heeft, als ze in werking is,* veel kracht.+