22 En E̱li was zeer oud, en hij had vernomen+ omtrent alles wat zijn zonen voortdurend met heel I̱sraël deden+ en hoe zij altijd bij de vrouwen lagen+ die dienst deden* bij de ingang van de tent der samenkomst.*+
17 De brenger van het nieuws antwoordde dus en zei: „I̱sraël is voor de Filistijnen gevlucht, en ook heeft er een grote nederlaag onder het volk plaatsgehad;+ en ook uw eigen twee zonen zijn gestorven — Ho̱fni en Pi̱nehas+ — en zelfs de ark van de [ware] God is buitgemaakt.”+