8 Dientengevolge nam de koning de twee zonen van Ri̱zpa,+ de dochter van A̱jja, die zij Saul gebaard had, Armo̱ni en Mefibo̱seth, en de vijf zonen van Mi̱chal,+ de dochter van Saul, die zij A̱driël,+ de zoon van Barzi̱llai, de Meholathiet, gebaard had.