2 Samuël 16:4 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 4 De koning zei toen tot Zi̱ba: „Zie! Van u is alles wat Mefibo̱seth toebehoort.”+ Daarop zei Zi̱ba: „Waarlijk, ik buig+ mij neer. Laat mij gunst vinden in uw ogen, mijn heer de koning.” Spreuken 18:17 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 17 De eerste in zijn rechtsgeding is rechtvaardig;+ zijn naaste komt binnen en doorvorst hem stellig.+ Spreuken 29:4 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 4 Door gerechtigheid doet een koning een land standhouden,+ maar een man die op steekpenningen* uit is, haalt het omver.+
4 De koning zei toen tot Zi̱ba: „Zie! Van u is alles wat Mefibo̱seth toebehoort.”+ Daarop zei Zi̱ba: „Waarlijk, ik buig+ mij neer. Laat mij gunst vinden in uw ogen, mijn heer de koning.”
17 De eerste in zijn rechtsgeding is rechtvaardig;+ zijn naaste komt binnen en doorvorst hem stellig.+
4 Door gerechtigheid doet een koning een land standhouden,+ maar een man die op steekpenningen* uit is, haalt het omver.+