15 Toen begaf de koning zich op de terugweg, en hij kwam ten slotte tot aan de Jorda̱a̱n. Ju̱da nu kwam naar Gi̱lgal+ om de koning tegemoet te gaan, ten einde de koning bij zijn overtocht over de Jorda̱a̱n te begeleiden.
42 Hierop gaven alle mannen van Ju̱da de mannen van I̱sraël ten antwoord: „Omdat de koning nauw aan ons* verwant is;+ en waarom zijt gij toornig geworden over deze zaak? Hebben wij soms op kosten van de koning gegeten, of is ons een geschenk aangedragen?”