26 Voorts richtten zij een grote steenhoop boven hem op, die er tot op deze dag nog is.+ Toen wendde Jehovah zich af van zijn brandende toorn.+ Daarom werd de naam van die plaats tot op deze dag de Laagvlakte van A̱chor*+ genoemd.
25 Voorts bouwde Da̱vid daar een altaar+ voor Jehovah en offerde brandoffers en gemeenschapsoffers, waarop Jehovah zich ten gunste van het land liet verbidden,+ zodat de gesel over I̱sraël werd gestuit.