2 Samuël 20:26 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 26 En ook I̱ra, de Jaïriet, werd een priester*+ van Da̱vid. 1 Koningen 4:5 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 5 en Aza̱rja, de zoon van Na̱than,+ ging over de gevolmachtigden, en Za̱bud, de zoon van Na̱than, was een priester, de vriend+ van de koning; 1 Kronieken 18:17 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 17 En Bena̱ja,+ de zoon van Jo̱jada,+ ging over de Kre̱thi+ en de Ple̱thi;+ en de zonen van Da̱vid waren de eersten in positie aan de zijde van de koning.+
5 en Aza̱rja, de zoon van Na̱than,+ ging over de gevolmachtigden, en Za̱bud, de zoon van Na̱than, was een priester, de vriend+ van de koning;
17 En Bena̱ja,+ de zoon van Jo̱jada,+ ging over de Kre̱thi+ en de Ple̱thi;+ en de zonen van Da̱vid waren de eersten in positie aan de zijde van de koning.+