9 Waarom hebt gij het woord van Jehovah veracht, door te doen wat kwaad+ is in zijn ogen? Uri̱a de Hethiet hebt gij met het zwaard neergeslagen,+ en zijn vrouw hebt gij u tot vrouw genomen,+ en hem hebt gij door het zwaard van de zonen van A̱mmon gedood.
17 En zint niet op rampspoed jegens elkaar in UW hart,+ en hebt geen enkele valse eed lief;+ want dit zijn allemaal dingen die ik heb gehaat’,+ is de uitspraak van Jehovah.”