7 Daarop ontbrandde Jehovah’s toorn+ tegen U̱zza en de [ware] God sloeg hem aldaar neer+ wegens de oneerbiedige daad, zodat hij daar dicht bij de ark van de [ware] God stierf.+
2 Jehovah is een God* die exclusieve toewijding eist+ en wraak neemt; Jehovah neemt wraak+ en is tot woede geneigd.*+ Jehovah neemt wraak op zijn tegenstanders,+ en hij toont zich gebelgd jegens zijn vijanden.+