18 Het is beter dat gij het ene zoudt vastgrijpen, maar trek ook van het andere uw hand niet af;+ want hij die God vreest, zal met dat alles vrijuit gaan.+
12Gedenk nu uw Grootse Schepper*+ in uw jongelingsdagen,*+ voordat de rampspoedige dagen gaan komen,+ of de jaren zijn aangebroken waarin gij zult zeggen: „Ik heb er geen behagen in”;+
10 Wie onder ulieden vreest+ Jehovah, doordat hij naar de stem van zijn knecht+ luistert, die in voortdurende duisternis heeft gewandeld+ en voor wie er geen lichtglans is geweest? Laat hij op de naam van Jehovah vertrouwen+ en op zijn God* steunen.+