10 En zie! er was een hand die mij aanraakte,+ en geleidelijk schudde ze mij wakker om [mij] op mijn knieën en mijn handpalmen [overeind te doen komen].
7 Maar zie! daar stond Jehovah’s* engel,+ en er scheen een licht in de gevangeniscel. Hij stootte Pe̱trus in de zij om hem te wekken+ en zei: „Sta vlug op!” En zijn ketens vielen+ van zijn handen.