1 Koningen 20:14 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 14 Toen zei A̱chab: „Door wie?”, waarop hij zei: „Dit heeft Jehovah* gezegd: ’Door de jonge mannen van de vorsten der rechtsgebieden.’” Ten slotte zei hij: „Wie zal de strijd aanbinden?”, waarop hij zei: „Gij!”
14 Toen zei A̱chab: „Door wie?”, waarop hij zei: „Dit heeft Jehovah* gezegd: ’Door de jonge mannen van de vorsten der rechtsgebieden.’” Ten slotte zei hij: „Wie zal de strijd aanbinden?”, waarop hij zei: „Gij!”