10 Want E̱zra zelf had zijn hart bereid+ om de wet van Jehovah+ te raadplegen en [haar] te volbrengen+ en om in I̱sraël voorschrift+ en gerechtigheid+ te onderwijzen.+
7 Want het zijn de lippen van een priester die kennis dienen te bewaren, en [de] wet dient men uit zijn mond te zoeken;+ want hij is de boodschapper* van Jehovah der legerscharen.+