13 Weet GIJ niet wat ikzelf en mijn voorvaders gedaan hebben met alle volken der landen?+ Zijn de goden+ van de natiën der landen soms in staat gebleken hun land uit mijn hand te bevrijden?
11 zal het niet zijn dat ik, net zoals ik gedaan zal hebben aan Sama̱ria en aan haar goden die niets waard zijn,+ evenzo aan Jeru̱zalem en aan haar afgoden zal doen?’+