10 Toen gaf+ zij de koning honderd twintig talenten goud+ en een zeer grote hoeveelheid balsemolie+ en edelstenen. Nooit meer is er zulk een hoeveelheid balsemolie aangekomen als de koningin van Sche̱ba aan koning Sa̱lomo heeft gegeven.
11 Trek op naar Gi̱lead en haal wat balsem,+ o maagdelijke dochter van Egy̱pte.+ Tevergeefs hebt gij de geneesmiddelen vermenigvuldigd. Er is voor u geen heling.+