3 Toen kwamen de profetenzonen+ die te Be̱thel waren uit tot Eli̱sa en zeiden tot hem: „Weet gij wel dat Jehovah vandaag uw meester* uit de positie van hoofd over u wegneemt?”+ Hierop zei hij: „Ook ik weet het heel goed.+ Houdt U stil.”
5 Toen traden de profetenzonen die te Je̱richo waren op Eli̱sa toe en zeiden tot hem: „Weet gij wel dat Jehovah vandaag uw meester uit de positie van hoofd over u wegneemt?” Hierop zei hij: „Ook ik weet het heel goed. Houdt U stil.”+