Leviticus 26:30 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 30 En ik zal stellig UW heilige hoge plaatsen verwoesten+ en UW reukwerktafels afsnijden en ÚW lijken op de lijken van UW drekgoden leggen;+ en mijn ziel zal eenvoudig een afschuw van U hebben.+ Deuteronomium 29:17 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 17 En GIJ hebt toen vaak hun walgelijkheden gezien en hun drekgoden,+ [van] hout en steen, zilver en goud, die bij hen waren); 2 Koningen 17:12 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 12 en zij gingen ermee voort drekgoden te dienen,*+ waarvan Jehovah hun had gezegd: „GIJ moogt deze zaak niet doen”;+ Jeremia 10:15 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 15 Ze zijn ijdelheid,* een bespottelijk maaksel.+ Ten tijde dat er aandacht aan ze wordt geschonken, zullen ze vergaan.+ 1 Korinthiërs 8:4 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 4 Wat nu het eten+ van voedsel betreft dat aan afgoden is geofferd, wij weten dat een afgod niets is+ in de wereld* en dat er geen God is dan één.+
30 En ik zal stellig UW heilige hoge plaatsen verwoesten+ en UW reukwerktafels afsnijden en ÚW lijken op de lijken van UW drekgoden leggen;+ en mijn ziel zal eenvoudig een afschuw van U hebben.+
17 En GIJ hebt toen vaak hun walgelijkheden gezien en hun drekgoden,+ [van] hout en steen, zilver en goud, die bij hen waren);
12 en zij gingen ermee voort drekgoden te dienen,*+ waarvan Jehovah hun had gezegd: „GIJ moogt deze zaak niet doen”;+
15 Ze zijn ijdelheid,* een bespottelijk maaksel.+ Ten tijde dat er aandacht aan ze wordt geschonken, zullen ze vergaan.+
4 Wat nu het eten+ van voedsel betreft dat aan afgoden is geofferd, wij weten dat een afgod niets is+ in de wereld* en dat er geen God is dan één.+