12 Zo verzaakten zij Jehovah, de God van hun vaderen, die hen uit het land Egy̱pte had geleid,+ en liepen vervolgens andere goden achterna uit de goden van de volken die rondom hen waren,+ en zij gingen zich daarvoor neerbuigen, zodat zij Jehovah krenkten.+
6 Indien GÍJ́ en UW zonen U er definitief van afkeert mij te volgen+ en mijn geboden en mijn inzettingen die ik U voorgehouden heb niet onderhoudt, en werkelijk andere goden gaat dienen+ en U voor die neerbuigt,*
11 Heeft een natie goden+ verruild, zelfs voor die welke geen goden* zijn?+ Maar mijn eigen volk heeft mijn* heerlijkheid verruild voor wat geen baat kan verschaffen.+