9 Nu geschiedde het nadat zij haar daarheen hadden overgebracht, dat de hand van Jehovah+ de stad trof met een zeer grote verwarring, en hij ging de mannen van de stad slaan, van klein tot groot, waarop er aambeien+ bij hen uitbraken.*
2 en voerden de vrouwen+ [en allen] die* erin waren, van de kleinste tot de grootste, gevankelijk weg. Zij brachten niemand* ter dood, maar zij dreven hen voort en gingen huns weegs.