10 En bij de terugkeer+ van het jaar zond koning Nebukadne̱zar [zijn dienaren]+ en bracht hem voorts met begeerlijke voorwerpen van het huis van Jehovah+ naar Ba̱bylon.+ Verder maakte hij Zedeki̱a,+ zijn [vaders] broer, koning over Ju̱da en Jeru̱zalem.+
52Zedeki̱a+ was eenentwintig jaar oud toen hij begon te regeren,+ en hij heeft elf jaar lang te Jeru̱zalem geregeerd.+ En de naam van zijn moeder was Hamu̱tal,+ de dochter van Jeremi̱a, uit Li̱bna.+