2 Koningen 23:33 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 33 En farao Ne̱cho+ sloot hem ten slotte te Ri̱bla,+ in het land van Ha̱math, in boeien,+ opdat hij niet te Jeru̱zalem zou regeren,* en legde het land toen een boete op+ van honderd* talenten zilver+ en een talent goud.+ Jeremia 52:10 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 10 De koning van Ba̱bylon dan slachtte de zonen van Zedeki̱a voor diens ogen af,+ en ook al de vorsten van Ju̱da slachtte hij in Ri̱bla af.+ Jeremia 52:26 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 26 Dezen dan nam Nebuza̱radan,+ de overste van de lijfwacht, mee en hij voerde hen naar de koning van Ba̱bylon te Ri̱bla.+
33 En farao Ne̱cho+ sloot hem ten slotte te Ri̱bla,+ in het land van Ha̱math, in boeien,+ opdat hij niet te Jeru̱zalem zou regeren,* en legde het land toen een boete op+ van honderd* talenten zilver+ en een talent goud.+
10 De koning van Ba̱bylon dan slachtte de zonen van Zedeki̱a voor diens ogen af,+ en ook al de vorsten van Ju̱da slachtte hij in Ri̱bla af.+
26 Dezen dan nam Nebuza̱radan,+ de overste van de lijfwacht, mee en hij voerde hen naar de koning van Ba̱bylon te Ri̱bla.+