Markus 5:39 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 39 en toen hij naar binnen was gegaan, zei hij tot hen: „Waarom veroorzaakt GIJ misbaar en geween? Het jonge kind is niet gestorven, maar slaapt.”+ Lukas 8:52 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 52 Maar de mensen waren allen aan het wenen en zich in droefheid om haar aan het slaan. Daarom zei hij: „Houdt op met wenen,+ want zij is niet gestorven, maar slaapt.”+ Johannes 11:11 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 11 Deze dingen zei hij, en hierna zei hij tot hen: „La̱zarus, onze vriend, is gaan rusten, maar ik ga erheen om hem uit de slaap+ te wekken.”
39 en toen hij naar binnen was gegaan, zei hij tot hen: „Waarom veroorzaakt GIJ misbaar en geween? Het jonge kind is niet gestorven, maar slaapt.”+
52 Maar de mensen waren allen aan het wenen en zich in droefheid om haar aan het slaan. Daarom zei hij: „Houdt op met wenen,+ want zij is niet gestorven, maar slaapt.”+
11 Deze dingen zei hij, en hierna zei hij tot hen: „La̱zarus, onze vriend, is gaan rusten, maar ik ga erheen om hem uit de slaap+ te wekken.”