20 Op die dag zal de aardse mens zijn goden van zilver, die waardeloos zijn, en zijn goden van goud, die niets waard zijn, die men voor hem had gemaakt om zich daarvoor neer te buigen, voor de spitsmuizen en voor de vleermuizen werpen,+
26 Want wat voor nut zal het voor een mens hebben als hij de gehele wereld wint, maar zijn ziel verbeurt?+ Of wat zal een mens geven in ruil+ voor zijn ziel?