2 Koningen 9:32 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 32 Daarop hief hij zijn gezicht op naar het venster en zei: „Wie is met mij? Wie?”+ Onmiddellijk keken twee of drie hofbeambten+ naar beneden, naar hem.
32 Daarop hief hij zijn gezicht op naar het venster en zei: „Wie is met mij? Wie?”+ Onmiddellijk keken twee of drie hofbeambten+ naar beneden, naar hem.