13 Eli̱sa dan zei tot de koning van I̱sraël: „Wat heb ik met u te maken?+ Ga naar de profeten+ van uw vader en naar de profeten van uw moeder.” Maar de koning van I̱sraël zei tot hem: „Neen, want Jehovah heeft deze drie koningen geroepen om hen in de hand van Mo̱ab te geven.”+