24 Bovendien bracht A̱chaz het gerei+ van het huis van de [ware] God bijeen en sloeg het gerei van het huis van de [ware] God in stukken+ en sloot de deuren+ van het huis van Jehovah en maakte zich altaren op elke hoek in Jeru̱zalem.+
19 En al het gerei+ dat koning A̱chaz+ tijdens zijn regering in zijn ontrouw*+ buiten gebruik heeft gesteld, hebben wij in gereedheid gebracht, en wij hebben het geheiligd;+ en zie, het is vóór het altaar van Jehovah.”