Genesis 12:17 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 17 Toen sloeg Jehovah Farao en zijn huis met grote plagen+ wegens Sa̱rai, A̱brams vrouw.+ Genesis 20:3 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 3 Naderhand kwam God ’s nachts in een droom tot Abime̱lech en zei tot hem: „Zie, gij zijt zo goed als dood wegens de vrouw die gij hebt genomen,+ daar zij een andere eigenaar toebehoort als zijn vrouw.”+
3 Naderhand kwam God ’s nachts in een droom tot Abime̱lech en zei tot hem: „Zie, gij zijt zo goed als dood wegens de vrouw die gij hebt genomen,+ daar zij een andere eigenaar toebehoort als zijn vrouw.”+