8 Vervolgens zeiden zij: „Welke is de enige uit de stammen van I̱sraël die niet tot Jehovah te Mi̱zpa is opgekomen?”+ En zie! uit Ja̱bes-Gi̱lead+ was niemand in het kamp tot de gemeente gekomen.
11Nu trok de Ammoniet+ Na̱has op en legerde zich tegen Ja̱bes+ in Gi̱lead.* Daarop zeiden alle mannen van Ja̱bes tot Na̱has: „Sluit een verbond met ons, opdat wij u dienen.”+
12 Onmiddellijk stonden alle dappere mannen op, en zij trokken de hele nacht door en namen het dode lichaam van Saul en de dode lichamen van zijn zonen van de muur van Beth-San en kwamen* naar Ja̱bes en verbrandden ze daar.+