Psalm 10:11 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 11 Hij heeft in zijn hart gezegd:+ „God is [het] vergeten.+Hij heeft zijn aangezicht verborgen.+Hij zal [het] stellig nooit zien.”+ Jesaja 30:10 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 10 die tot de zieners hebben gezegd: ’GIJ moet niet zien’, en tot degenen die visioenen hebben: ’GIJ moet voor ons niet schouwen wat recht is.+ Spreekt tot ons vleiende* dingen; schouwt bedrieglijke dingen.+ Hosea 7:3 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 3 Met hun slechtheid verheugen zij [de] koning en met hun bedriegerijen vorsten.+
11 Hij heeft in zijn hart gezegd:+ „God is [het] vergeten.+Hij heeft zijn aangezicht verborgen.+Hij zal [het] stellig nooit zien.”+
10 die tot de zieners hebben gezegd: ’GIJ moet niet zien’, en tot degenen die visioenen hebben: ’GIJ moet voor ons niet schouwen wat recht is.+ Spreekt tot ons vleiende* dingen; schouwt bedrieglijke dingen.+