1 Koningen 22:20 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 20 En Jehovah zei voorts: ’Wie zal A̱chab misleiden, dat hij optrekt en valt bij Ra̱moth-Gi̱lead?’ En de een zei toen zo iets als dit, terwijl de ander zo iets als dat zei.+
20 En Jehovah zei voorts: ’Wie zal A̱chab misleiden, dat hij optrekt en valt bij Ra̱moth-Gi̱lead?’ En de een zei toen zo iets als dit, terwijl de ander zo iets als dat zei.+