1 Koningen 22:26 Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen 26 Toen zei de koning van I̱sraël: „Neem Micha̱ja en breng hem terug bij A̱mon, de overste van de stad, en bij Jo̱as, de zoon van de koning.+
26 Toen zei de koning van I̱sraël: „Neem Micha̱ja en breng hem terug bij A̱mon, de overste van de stad, en bij Jo̱as, de zoon van de koning.+