19 ieder die zijn hart bereid heeft+ om de [ware] God, Jehovah, de God van zijn voorvaders, te zoeken, zij het zonder de reiniging voor wat heilig is.”+
10 Want E̱zra zelf had zijn hart bereid+ om de wet van Jehovah+ te raadplegen en [haar] te volbrengen+ en om in I̱sraël voorschrift+ en gerechtigheid+ te onderwijzen.+