9 maar gij nog erger zijt gaan handelen dan allen die er vóór u bleken te zijn, en zijt heengegaan en u een andere god*+ en gegoten beelden hebt gemaakt,+ om mij te krenken,+ en míȷ́ achter uw rug hebt geworpen+ —
4Hoort het woord van Jehovah, o zonen van I̱sraël, want Jehovah heeft een rechtsgeding met de bewoners van het land,*+ want er is geen waarheid+ noch liefderijke goedheid* noch kennis van God in het land.+