59 dan zal Jehovah stellig uw plagen en de plagen van uw nageslacht buitengewoon zwaar maken, grote en aanhoudende plagen,+ en kwaadaardige en aanhoudende ziekten.+
15 En gij zult met vele ziekten te kampen hebben,+ met een kwaal van uw ingewanden, totdat als gevolg van de ziekte uw ingewanden van dag tot dag naar buiten zullen komen.’”+
17 Ikzelf heb in mijn hart gezegd:+ „De [ware] God zal zowel de rechtvaardige als de goddeloze oordelen,+ want er is een tijd voor elke aangelegenheid en betreffende elk werk daar.”+
23 Ogenblikkelijk sloeg de engel van Jehovah* hem,+ omdat hij de heerlijkheid niet aan God gaf;+ en hij werd door wormen opgegeten en blies de laatste adem uit.