33 En dit waren de zangers,+ de hoofden der vaderen van de levieten in de eetvertrekken,+ die vrijgesteld waren van dienst;+ want dag en nacht was het hun verantwoordelijkheid bezig te zijn met het werk.+
16 Nu beval Da̱vid de oversten van de levieten hun broeders, de zangers,+ op te stellen met de instrumenten voor de zang,+ snaarinstrumenten+ en harpen+ en cimbalen,+ luid spelend om vreugdeklanken te laten opstijgen.