8 Nu dan, ten aanschouwen van heel I̱sraël, Jehovah’s gemeente,+ en ten aanhoren van onze God:+ Onderhoudt en doorvorst alle geboden van Jehovah, UW God, opdat GIJ het goede land moogt bezitten+ en het stellig tot onbepaalde tijd als een erfenis op UW zonen na U kunt overdragen.