Watchtower ONLINE LIBRARY

Exodus 5:2

Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
- 2 Maar Farao zei: „Wie is Jehovah,+ zodat ik zijn stem zou gehoorzamen* en I̱sraël zou heenzenden?+ Ik ken Jehovah in het geheel niet,+ en daarbij komt nog dat ik I̱sraël niet zal heenzenden.”+

Deuteronomium 32:27

Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
- 27 Ware het niet dat ik bevreesd was voor terging van de zijde van de vijand,+
  Dat hun tegenstanders het verkeerd zouden opvatten,+
  Dat zij zouden zeggen: „Onze hand* is superieur gebleken,+
  En niet Jehovah heeft dit alles tot stand gebracht.”+

Daniël 3:15

Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen
- 15 Nu, indien GIJ bereid zijt, zodat GIJ zodra GIJ het geluid van de hoorn, de schalmei, de citer, de driehoekige harp, het snaarinstrument, en de doedelzak en allerlei muziekinstrumenten hoort,+ neervalt en het beeld aanbidt dat ik gemaakt heb, [goed]. Maar indien GIJ niet aanbidt, zult GIJ op datzelfde ogenblik in de brandende vuuroven worden geworpen. En wie is die god* die U uit mijn handen kan verlossen?”+