26 Hierop zeiden E̱ljakim,+ de zoon van Hilki̱a, en Se̱bna+ en Jo̱ah+ tot Ra̱bsaké:+ „Spreek alstublieft in de Syrische taal+ met uw knechten, want wij kunnen luisteren; en spreek met ons niet in de taal van de joden+ ten aanhoren van het volk dat op de muur is.”